Kristel blikt terug op acht jaar Olijfbomencampagne

Het is dit jaar precies tien jaar geleden dat ik voor het eerst afreisde naar Bethlehem om mee te doen met het olijfplukprogramma. Ik was één keer eerder in Israël geweest en had twee weken rondgereisd met een Israëlische vriendin die actief was bij Anarchists Against the Wall. Dat was kort na de Tweede Intifada, de Palestijnse volksopstand tegen de Israëlische militaire bezetting. Mij werd afgeraden om in mijn eentje naar Palestijnse steden op de Westoever te reizen, omdat het daar te onrustig zou zijn. Nadat ik weer terug was in Nederland ging ik op zoek naar een mogelijkheid om tòch naar de Westoever te gaan, maar dan met een georganiseerde reis. Ik was zó nieuwsgierig geworden naar hoe de Palestijnen leefden en wat hun mening was over de situatie, want ik had wel door dat in Nederland nogal eenzijdig alleen de Israëlische kant van de zaak werd belicht.

Na even zoeken op internet vond ik de website van de Joint Advocacy Initiative, een samenwerking tussen de YMCA en de YWCA in Palestina. Twee jongerenorganisaties, Young Men en Young Women, die zich samen inzetten om bewustwording te creëren over het leven van Palestijnen in Israël en de bezette gebieden. Eén van hun projecten was de Olijfbomencampagne en in 2006 organiseerden zij voor de tweede keer een reis tijdens de periode van de olijfoogst die altijd in oktober plaatsvindt. Ik reisde af naar Bethlehem en maakte de eerste avond kennis met de internationale groep van ruim twintig personen met wie we een week op pad zouden gaan om enerzijds te helpen met de olijfpluk en anderzijds excursies te maken op de Westoever.

De coördinator van de campagne was onze reisleider. Hij had deze baan net in het voorjaar geaccepteerd en dit was zijn eerste keer reisbegeleiden. Het klikte gelijk met Baha. Hij was zeer innemend, charismatisch, eerlijk, bescheiden en strijdvaardig. Met mijn toeristenopleiding en ervaring als reisgids en reisbegeleider begon ik hem heel natuurlijk bij te staan bij het organiseren van zaken voor de groep. We leerden veel van elkaar. Ik van hem over Palestina en hij van mij over communiceren en organiseren.

We stonden al gelijk op de eerste dag van het programma oog in oog met een aantal radicale Israëlische kolonisten bewapend met machinegeweren in het dorpje Tequ'a. Ik weet nog goed dat ik een scheut van angst voelde en om me heen keek waar de dichtstbijzijnde steen was om me achter te verschuilen, mochten ze gaan schieten. Er kwamen soldaten bij en er ontstond een discussie waarbij één van de kolonisten met de Torah in zijn handen zwaaide dat het land hem was gegeven door God, terwijl de Palestijnse boer het eigendomsdocument uit de Ottomaanse tijd omhoog hield waarin stond dat zijn familie het land had gekocht. Ondertussen gingen wij met een groep vrouwen snel de vallei in om zoveel mogelijk olijven te plukken. Totdat het leger ons wegstuurde.

Ik besloot om mijn verblijf te verlengen tot het einde van het jaar, want dan liep ook mijn visum van drie maanden af. In die periode leerde ik heel veel bij over Palestina. Het was alsof ik een ui aan het pellen was. En met elke schil die eraf viel, kwam ik dichter bij de kern, het besef dat het helemaal niet zo'n ingewikkeld conflict was zoals vaak gezegd werd. Ik zag het nu met eigen ogen, Israël wil het land, zonder de mensen.

In 2007 en 2008 kwam ik opnieuw naar Palestina, nu voor een periode van een jaar. Opnieuw deed ik mee aan de olijfplukreis en ik ging regelmatig op pad met Baha om boeren te bezoeken en verhalen op te tekenen over de impact van militaire bezetting op het dagelijks leven. Ik schreef in die tijd regelmatig een blog met persoonlijke ervaringen tijdens mijn verblijf in Palestina.

In het voorjaar van 2008 zocht de Olijfbomencampagne naar een nieuwe coördinator en ik voerde mijn sollicitatiegesprek per skype vanuit Beit Sahour, waar ook het kantoor van de JAI gevestigd is. Ik kwam die zomer terug naar Nederland en startte mijn werkzaamheden voor de campagne. Er was een wereld te winnen, want in Nederland was er nog altijd weinig besef van de werkelijkheid en een grote sympathie voor het land Israël dat ten onrechte werd gezien als de enige democratie in het Midden Oosten en een baken van verlichting.

In de jaren die daarop volgden, zag ik de publieke opinie in Nederland verschuiven. Men werd zich steeds meer bewust van de onrechtmatigheid van de bezetting van de Palestijnse gebieden en de ongelijkheid en discriminatie van Palestijnen in Israël. Er kwamen steeds meer verhalen van Nederlanders die in Palestina waren geweest, maar ook van journalisten die een andere kant van het verhaal gingen beschrijven. Bovendien kon iedereen het buitenproportionele geweld dat Israël gebruikte in de Gazastrook live volgen via de sociale media.

In de acht jaar dat ik voor de campagne heb gewerkt reisden ongeveer 150 Nederlanders met hulp van de campagne naar Palestina om daar olijven te plukken, olijfbomen aan te planten of met de kerstreis mee te doen. We begeleidden ook een aantal kerkelijke groepen en hielpen een delegatie van ABVAKABO FNV met hun bezoek. De Palestina-werkgroep van ABVAKABO FNV heeft in de afgelopen jaren veel bijgedragen aan de sponsoring van olijfbomen en bewustwording binnen de achterban. In 2011 begeleidde ik de Fanfare van de Eerste Liefdesnacht uit Amsterdam tijdens hun tweeweekse bezoek aan de Westoever en Oost Jeruzalem. Zij hebben in Palestina veel optredens gegeven en de bezetting met eigen ogen gezien en zelfs ervaren toen zij met traangas werden bestookt tijdens één van hun optredens. Er is een film gemaakt van hun reis, Trip to the Moon, en zij hebben een groot evenement georganiseerd in De Melkweg in Amsterdam met verkoop van een cadeaupakket met o.a. de dvd van de film en een sponsorkaart voor een olijfboom.

Een echtpaar uit Hilversum begon na terugkomst van hun reis een jaarlijks terugkerende Palestina filmdag in het Filmtheater in Hilversum. Een actieve vrijwilligster van de campagne startte haar eigen webwinkel op Propal.nl en verkoopt daar Palestijnse producten van Canaan Fairtrade. Er zijn verschillende fototentoonstellingen geweest en publicaties verschenen, zoals het boekje Boer zoekt Boom, dat in 2014 verscheen, met daarin tien portretten en verhalen van Palestijnse boeren. In totaal werden er vanuit Nederland al ruim 18.600 bomen gesponsord sinds het begin van de campagne.

Er kwam ook steeds meer belangstelling voor de oproep van de Palestijnen om geweldloos verzet te plegen en de druk op Israël op te voeren via boycot, desinvesteren en sancties. Dit leverde direct een tegenreactie op van pro-Israël mensen in Nederland. Ik herinner me dat ik werd gebeld door een in Nederland wonende Israëlische journalist die deed alsof hij meer wilde weten over onze reizen, maar die ondertussen vooral vragen stelde over onze betrokkenheid bij BDS en over onze Palestijnse partners. Hij schreef vervolgens een artikel waarin hij de organisaties die ons financieel steunden, beschuldigde van het steunen van Israël-boycots met overheidsgeld, waarbij boycot ineens als een soort misdadige actie werd bestempeld.

Inmiddels is BDS een geaccepteerd geweldloos middel van verzet onder het Nederlandse publiek dat zich inzet voor rechtvaardigheid. Maar bij de grote organisaties bleef de angst om voor anti-Israël uitgemaakt te worden en werd het onderwerp Palestina een blok aan het been. De Israël lobby lijkt erin geslaagd om deze organisaties, die weer afhankelijk zijn van geld van de overheid, tot keuzes te sturen die ertoe hebben geleid dat het onderwerp Palestina nog nauwelijks op de kaart staat.

De Olijfbomencampagne raakte alle financiële steun van de grote organisaties kwijt. Maar een aantal actieve vrijwilligers besloot om door te pakken en zo werd de Stichting Plant een Olijfboom geboren. Deze Stichting zal nu het werk van de campagne voortzetten met hulp van vrijwilligers en inzet van het bestuur. Men kan olijfbomen blijven sponsoren via deze website en een Nederlandse bankrekening, er zullen nog steeds informatieve bijeenkomsten worden georganiseerd en Nederlanders kunnen nog altijd op reis naar Palestina met goede begeleiding.

Zelf heb ik inmiddels een Palestijnse man en twee prachtige kinderen en vooral voor hen hoop ik dat er snel rechtvaardigheid en vrede zal zijn in het land waar ze zijn geboren. We moeten de hoop levend houden dat gelijkwaardigheid, rechtvaardigheid en vrede mogelijk is. En er is urgentie bij, want elke dag dat er geen oplossing is, is er eentje te veel.