Ongemakkelijk herdenken

Erik Ader

Erik Ader

Op de avond, voorafgaande aan de nationale dodenherdenking, waren in de bibliotheek van Culemborg – prachtige locatie in het voormalige Elisabeth Weeshuis – ruim vijftig mensen bijeen om te luisteren naar het zeer persoonlijk levensverhaal van oud-diplomaat mr. Erik Ader. Ader is een zoon van dominee Bastiaan Jan Ader die met zijn vrouw Johanna Appels het leven van enkele honderden Joodse Nederlanders heeft gered. Dominee Ader werd verraden en na harde ondervragingen en martelingen op 20 november door de Nazi’s gefusilleerd. Zijn weduwe bleef achter met twee kleine jongetjes. Over de voor dit gezin zo ingrijpende oorlogsjaren schreef zij het prachtige boek “Een Groninger Pastorie in de storm”, dat vele herdrukken beleefde. 

Erik Ader sprak in Culemborg beheerst maar vol passie over het onrecht dat aan het Palestijnse volk werd en wordt aangedaan en in het kader van de Nationale Dodenherdenking typeerde hij herdenken als een moreel appel om niet weg te kijken, op te komen voor mensenrechten en eerbiediging van het internationaal recht, te protesteren tegen schending van dat recht, ook als die schending wordt gepresenteerd, zoals de Israëlische regering doet, als middel tot een hoger doel. Ader wees erop dat stilstaan bij onrecht en protest laten horen, ons aanzienlijk minder kost, afgemeten aan de prijs die zijn vader en velen die zich daadwerkelijk tegen het Nazisme waagden te keren, betaald heeft. Maar, zo besloot hij, “nu ik weet wat ik weet, kan en mag ik niet zwijgen. Dus plant ik olijfbomen op de Westelijke Jordaanoever, als een vorm van herdenken!”

Ongemakkelijk herdenken was een goede titel voor deze avond. Al was het maar omdat eens te meer het besef zich opdrong, dat het Palestijnse volk al generaties lang de prijs betaalt voor de gruweldaden, in het hart van Europa aan het Joodse volk begaan, waar zij part noch deel aan hadden. Tegelijkertijd mogen ook alle slachtoffers van die gruweldaden niet vergeten worden. Voordrachtskunstenaar Mirjam Fonteijn droeg daarover enkele indringende gedichten voor, maar eindigde niet toevallig met een gedicht van de Palestijnse dichter Tawfiq al Zayad: 

De Olijfboom

Omdat ik elke dag gearresteerd kan worden
En mijn huis gezocht kan worden door de politie
Om het te onderzoeken en te ‘reinigen’

Omdat ik geen papier kan kopen
Zal ik alles wat ik meemaak
En al mijn geheimen
Kerven in de bast van de olijfboom op mijn binnenplaats

Mijn verhaal zal ik kerven
En de hoofdstukken
En mijn zuchten
Om de akker en om de graven van mijn doden
Ik zal het nummer erin kerven

Van elk perceel land dat van ons is geroofd
En de ligging van mijn dorp, de grenzen ervan
En de huizen die zijn opgeblazen
En mijn bomen die ontworteld zijn
En elke veldbloem die vertrapt is

En de namen van hen die mijn zenuwen
Steeds weer tot het uiterste wisten te spannen
Mijn ademtochten 
En de namen van mijn gevangenissen
En wat voor boeien om mijn polsen klemden
En de dossiers van mijn cipiers
En elk scheldwoord dat over mijn hoofd werd uitgestort

En ik zal kerven: Kafr Qassim, ik ben je niet vergeten
En ik zal kerven: Deir Yassin
Jij leeft nog altijd
In mijn herinnering

En ik zal kerven: we hebben nu de climax van
Het drama bereikt
En ik zal alles kerven
Wat de zon mij vertelt
Wat de maan mij toefluistert
Wat de doden mij toevertrouwen

Bij de bron, vanwaar de geliefden vertrokken zijn
Opdat ik mij herinner alle hoofdstukken van mijn tragedie
Alle fasen van de rampspoed
Gekerfd in de bast van de olijfboom
Op de binnenplaats van mijn huis
— Tawfiq al Zayad (Uit de bundel: Hier zullen we blijven als de stekels van een cactus)

Achtergrond

Jaren nadat zijn vader, ds. Bastiaan Jan Ader, gefusilleerd werd door de Nazi’s ontdekte Ader tijdens een bezoek aan het herinneringspark dat door het Joods Nationaal Fonds was aangelegd om de gedachtenis aan zijn vader te eren, dat dit bos was aangelegd op de ruïnes van het voormalige Palestijnse dorp Bayt Nattif, waarvan de bewoners tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog in 1948 door de Joodse troepen waren verdreven. Ader kwam er tot zijn ontzetting achter dat de herinnering aan dit en andere voormalige Palestijnse dorpen en daarmee de herinnering aan het droevig lot van veel voormalige Palestijnse bewoners van het zogenaamde “land zonder volk”  door het Joods Nationaal Fonds letterlijk onder bos bedekt werd.

Hij besloot een daad te stellen en plantte, niet toevallig op 20 november, samen met de inwoners van het Palestijnse dorpje Far’ata op de bezette Jordaanoever een nieuw 'bos', van 1100 olijfbomen, opnieuw gewijd aan de herinnering aan zijn vader. 

Rechtvaardige bomen ter nagedachtenis aan Ds. Ader

Erik Ader is er inmiddels achter dat het aantal op naam van zijn vader geplante bomen op Bayt Natiff 1438 is. Hij riep daarom tijdens de bijeenkomst Planten Tegen Onrecht van Plant een Olijfboom op om deze bomen alsnog geplant te krijgen. Hij sprak die bijeenkomst ook over het Palestijnse dorp At'tuwani. 

Vanwege de band die Erik Ader met At’tuani voelt zullen de 338 olijfbomen daar geplant gaan worden. De teller staat momenteel op 314. Het is niet erg als het bos groter wordt, At-tuwani kan het wel gebruiken. 

Wil jij ook helpen om het Ds. Ader-bos compleet te maken? Sponsor dan nu een olijfboom en zet ‘At’tuwani’ bij de 'opmerkingen'.

 
 

Deze blog werd geschreven door Henk Fonteijn

Henk was in 2014 en 2015 als oecumenisch begeleider voor het project EAPPI werkzaam op de Westelijke Jordaanoever. Hij is militair veteraan, was tot 2014 werkzaam als geestelijk verzorger bij de Koninklijke Landmacht, en is theoloog en publicist.

Beelden van de avond werden gemaakt door Henri Veldhuis.