Zondagmiddag 20 november werden 1100 olijfbomen aangeplant in het Palestijnse dorp Far’ata, ten westen van Nablus, op de Westelijke Jordaanoever. De bomen werden geschonken aan Far’ata door Erik Ader, zoon van verzetsheld Bastiaan Jan Ader, die 200-300 joodse Nederlanders het leven redde tijdens de Holocaust. Het planten werd gedaan in samenwerking met de stichting Plant een Olijfboom en de Olive Tree Campaign. De olijfbomen staan symbool voor het rechtzetten van onrecht welke 1100 eerder geplante bomen in naam van ds. Ader vertegenwoordigen, en voor solidariteit met het nu onderdrukte Palestijnse volk dat nog altijd onder bezetting leeft.
Nadat vrijwilligers van Plant een Olijfboom en de Olive Tree Campaign samen met de dorpelingen de laatste olijfbomen hadden geplant, vond aansluitend een bijeenkomst plaats met speeches van Erik Ader, vertegenwoordigers van Far'ata en de organiserende organisaties; zingende kinderen en Dabka dansende Palestijnse jongeren. Afsluitend werd gezamenlijk Makloube gegeten, een Palestijns rijstgerecht.
Far’ata
Het Palestijnse dorpje Far’ata heeft zo’n 800 inwoners en is gelegen naast een Israëlische nederzetting. Deze nederzettingen, waarvan er zo’n 225 in de Westelijke Jordaanoever zijn, met zo’n 600.000 inwonende kolonisten, zijn illegaal onder het internationaal recht en schenden meer dan een dozijn mensenrechten. Nederzettingen maken het leven van Palestijnen nagenoeg onmogelijk. “Je hebt vijf paar ogen nodig wanneer je je land wilt bewerken”, vertelt burgemeester Abu Hani, “kijk je niet goed uit dan kun je een klap op je hoofd verwachten”. Oogsten worden geroofd, olijfboomgaarden in brand gezet. Iedereen in dit dorp lijkt wel een verhaal te hebben. “Mijn zoon werd door soldaten meegenomen en aan kolonisten overgeleverd die de tijd namen om hem in elkaar te slaan”, werd Plant een Olijfboom verteld. Erik Ader zei in zijn speech dat hij met het planten van deze 1100 bomen materiële en morele steun hoopt te geven en te laten weten dat niet iedereen in de wereld de Palestijnen vergeten is.
1100 bomen met een nare bijsmaak
Eerder werden ook 1100 bomen geplant door het Joods Nationaal Fonds, met gedoneerd geld van onder andere onwetende oud-onderduikers die dachten dat met deze bomen de woestijn tot een groene oase te maken, “make the desert bloom”. Dit idee stond echter haaks op de realiteit; de bomen werden geplant op het Palestijnse Bayt Nattif, ten westen van Jeruzalem, een bruisend dorp met 2400 inwoners, 350 huizen, een school, twee moskeeën en een begraafplaats. Nazaten van deze dorpelingen leven nu verspreid, veelal nog altijd in vluchtelingenkampen, in onder andere Bethlehem, Jerusalem, Ramallah en Jordanië. Faras Dips (31), derde generatie vluchteling uit Bayt Nattif vertelt hoe zijn familie nu overal verspreid woont en roept uit: “Waarom?!”.
Esther van Plant een Olijfboom bezocht de herdenkingsbijeenkomst in Bayt Nattif, welke de Israëlische organisatie Zochrot (‘herinneren’) in samenwerking met Erik Ader organiseerde. Botten van mensen zijn te zien in gebroken graven. Lopende tussen brokken steen die ooit huizen vormden memoreert Esther: “Verdrietig om zoveel vernietiging te zien. Het is alsof ik ‘leven’ om me heen voel, maar het is er niet meer”.
Hoop
Plant een Olijfboom wil het dorp Far'ata blijven steunen. Het dorp en de stichting hebben daartoe vriendschap gesloten en een intentieverklaring getekend. Met deze 1100 olijfbomen wordt ook hoop op een betere toekomst geplant. Mensen in Nederland doen dit al jaren. Er zijn ondertussen meer dan 20.000 olijfbomen door Nederlanders via Plant een Olijfboom aangeplant in Palestina, om zo het land te beschermen tegen confiscatie. Het land kan minder makkelijk geconfisqueerd worden door het Israëlische regime wanneer het gecultiveerd wordt. John van Plant een Olijfboom: “Wij moedigen iedereen aan om een olijfboom te sponsoren of om zelf de situatie te gaan zien door met ons op reis te gaan tijdens de oogst- of planttijd. Iedereen is welkom!”
Photo's: Haitham Khatib & Alaa Taweel (foto's Far'ata)